PRE- EN PERINATALE TRAUMA’S

We zijn bewuste wezens, nog vóór de geboorte, vóór de eerste hartslag, en nog verder terug.

Alle ervaringen van vóór en bij de conceptie, tijdens de zwangerschap en bij de geboorte beleven we als embryo en als foetus bewust. Ze zijn in ons cel-geheugen opgeslagen als een verbazende en onbewuste ervaringsschat.

Onze toenmalige ervaringen bepalen mee hoe wij nu al dan niet in relatie zijn met onze omgeving.

In ons  ‘gewone’  leven, als kind, jongere en volwassene, kunnen deze mogelijk traumatische herinneringen getriggerd worden. Ze bepalen mee onze reacties, ons handelen en onze patronen van  in-relatie-zijn.

Weerspiegeling van prenatale ervaringen in het leven nu

Hier enkele voorbeelden van hoe prenatale ervaringen zich in ons latere leven weerspiegelen:

Bij de conceptie kunnen maar één eicel en één zaadcel samen komen. Daarvoor waren miljoenen zaadcellen concurrerend en solidair onderweg…en zijn gestorven. Schuldgevoelens, niet ‘durven’

winnen

, kunnen hier wortelen. Ook de verbinding met het grote veld van oorlog heeft hier plaats.

De ontmoeting en vereniging van eicel en zaadcel kan het hele palet van extase tot verkrachting weerspiegelen. We vinden dit in ons dagelijkse leven terug in elke ontmoeting die een

opening voor iets nieuws

vereist: de geboorte zelf, begin van crèche en school,  een nieuwe job, een nieuwe liefde, medische ingrepen, relaties…

Het omgaan met

tijdsdruk

ervaren wij in de reis van de zaadcellen en de eicel, in de reis van de bevruchte eicel naar de baarmoeder (ze moet binnen de zeven dagen na bevruchting innestelen anders sterft ze), in het geboorteproces…

Een betekenisvolle ervaring voor de embryo is het moment als de moeder (de vader) ontdekt dat ze zwanger is en al dan niet blij ermee is. Hier ontwikkelen zich overtuigingen zoals: ‘ik word niet gezien’, Het is veiliger niet gezien te worden’, of houdingen zoals zich niet durven tonen, zich onzichtbaar maken. Of omgekeerd, zich welkom en veilig voelen, een

eigen plaats 

kunnen innemen, de eigen kwaliteiten durven leven.

Ook gedachte, geplande of pogingen van abortus, van de moeder en van de vader, hebben hier een impact. Levensvragen als:

Mag ik er zijn?

Ben ik goed genoeg? Voel ik dat ik bij een groep mag aansluiten, heb ik existentiële angst afgewezen (=gevaar van lijf en leven) te worden? Hoe stresserend is de benadering van een nieuwe groep of omgeving?

Elk vroeger gebeurde trauma heeft een uitwerking op latere gebeurtenissen. Werd bv. de conceptie als gewelddadig ervaren, dan wordt waarschijnlijk ook de geboorte op die manier beleefd; werd de conceptie daarentegen als een liefdevolle vereniging ervaren, voelen ook de in het geboorteproces aanwezige krachten als ondersteunend aan.
BAREN – BEVALLEN – GEBOREN WORDEN,
Weerspiegeling van perinatale ervaringen in het leven nu

Het

geboorteproc

es kan als een bevestiging van ‘ik kan het; wat ik voel, is juist; ik vind mijn weg; er is een goed samenspel tussen mij en mijn moeder’ beleefd worden of omgekeerd: ‘hoe ik het doe, is het niet juist; er wordt geen rekening gehouden met mijn tempo en ritme; ik word belemmerd, getrokken, geduwd…onzacht aangeraakt…overweldigd.

Dit kan zich later in het leven weerspiegelen b.v. door  snel boos te worden als ik gestoord word; door (over)gevoeligheid voor aanraking. Of ik wil het liefst alles alleen doen, ik vertrouw niet op anderen, voel me in de steek gelaten…

EEN MOEDER BAART EEN KIND, EEN KIND KOMT TER WERELD: HÉT WONDER VAN SCHEPPINGSKRACHT!

Moeders en vaders kunnen zich overweldigd voelen door onderzoek, medische behandelingen en beslissingen.

Welke impact hebben b.v. een epidurale verdoving, de inleiding van een geboorte of een keizersnee, om maar enkele van de meest voorkomende ingrepen te benoemen?

Maar niet alleen deze ingrepen of het gebruik van verlostang of zuignap zijn traumatische ervaringen. Ook heel gewone dingen kunnen de vooruitgang van geboorte en bevalling belemmeren en op ons latere leven doorwegen:  Op de rug moeten liggen om de weeën-monitor te gebruiken, niet meer de eigen bewegingsimpulsen kunnen volgen, de opeenvolging van verdovingsmiddelen en weeën opwekkende medicatie, hinderen de barende. Het doorknippen van de navelstreng, een (te) stevige grip, getrokken of terug gehouden worden, lichten, geluiden, het eerste onderzoek nog voor er voldoende lang lichaamscontact met de moeder mogelijk was…zijn beangstigend voor de baby en verstoren de binding tussen moeder en kind en het vertrouwen in het leven, met alle gevolgen van dien.

Als we durven deze culturele gewoontes en onze persoonlijke herinneringen en trauma’s te benaderen, kunnen we de daarin vastgehouden energie terug vinden en in ons leven nu laten stromen.

an bericht